Stadslandbouw vergt integratie

Stadslandbouw is een trend in de stedenbouw. In steden als Rotterdam en Arnhem zijn stedelijke plekken geannexeerd voor guerrilla gardening door enthousiastelingen die een economische, sociale, culturele en duurzame toekomst zien in landbouw in de stad. De reacties zijn wisselend, van een cynisch afwijzen van stadslandbouw omdat die geen rol van betekenis speelt in de voedselvoorziening tot een idealistische hoop dat die stadslandbouw de stad enorm kan verrijken.

Blauwe Kamer 1 2013

Urban Agriculture

Graciela Arosemena somt de voordelen in haar boek Urban Agriculture nog maar een keer op: stadslandbouw is productief, groen, verzorgt stedelijke structuren, is milieuvriendelijk en brengt mensen samen. Maar dat is niets nieuws. Wel nieuw is haar stedenbouwkundige analyse van hoe stadslandbouw past in de stad en in gebouwen, en wat dat betekent voor de manier waarop we naar een stad kijken. De Panamese architect promoveerde op dit onderwerp in Barcelona – om maar even aan te geven hoe internationaal het onderwerp stadslandbouw leeft. Dat blijkt ook uit de voorbeelden die Arosemena geeft: Wenen, Toronto, Havana, Rosario, Barcelona en Girona.

Willen we de voordelen van stadslandbouw in de stad werkelijk ervaren, stelt Arosemena, dan moeten we stadslandbouw als een integraal systeem opnemen in de stad. Daarvoor is alleen een stedenbouwkundige analyse niet voldoende, er moet ook gekeken worden naar de productie en consumptie van voedsel in de stad, inclusief zaken als transport en afvalverwerking. Vervolgens kan de bestaande stedelijke morfologie geanalyseerd worden om te zien welke interventies mogelijk zijn op open plekken in de stad. Zoals of een plek compact, planmatig en precies of juist uitwaaierend, intuïtief en open kan worden ontwikkeld. Arosemena werkt dit idee ook verder uit voor gebouwen. Duidelijk wordt wel dat het productieve groen van de stadslandbouw een meer integrale planning vergt dan wonen of werken.

Graciela Arosemena, Urban Agriculture – Spaces of Cultivation for a Sustainable City, Gustavo Gili, ISBN 9788425224232, € 29,50

Departement ‘Tijdelijke Ordening’

Vier Arnhemmers – de architecten Peter Groot, Steve Swiggers en Edwin Verdurmen en adviseur Christiaan Holland – hebben zich verenigd in het Departement Tijdelijke Ordening om een netwerk op te zetten van enthousiaste en creatieve stedelingen die tijdelijk gebouwen, straten en pleinen leven weten in te blazen met clubs, tuinen, concerten of restaurants. Eigenlijk werken ze daarmee geheel volgens de lijn die de auteurs van Urban Catalyst volgen, namelijk inventariseren welke plekken in de stad niet gebruikt worden, aan welke gebouwen of plekken behoefte is voor nieuwe initiatieven, en vraag en aanbod bij elkaar brengen.

Blauwe Kamer 1 2013

Departement Tijdelijke Ordening

De vier hebben onlangs een klein boekje gelanceerd, waarin ze de filosofie uitleggen aan de hand van voorbeelden in Arnhem. Ook hebben ze op www.transitiekaart.nl in Arnhem al 36.035 vierkante meter in negentig leegstaande locaties weten op te sporen, en zestig projecten die van zulke locaties gebruikmaken. Arnhem heeft de al snel bekende en geliefde initiatieven Roof Garden Arnhem – een mobiele en publieke zomertuin op het dak van een parkeergarage –, Dynamic Food – een tijdelijk restaurant in leegstaande winkelpanden –, en Showroom Arnhem – een onveilige onderdoorgang die tot cultureel verzamelpunt is omgetoverd.

Groot, Swiggers, Verdurmen en Holland spelen in op de leegstand, maar ook en vooral op de enorme dynamiek en potentie in een stad als Arnhem. Dat twee studenten zonder geld bij de Korenmarkt de tijdelijke dansclub Popupklup hebben weten te realiseren, komt vooral door de tachtig vrijwilligers die daaraan vol enthousiasme meedachten, -werkten en -bouwden. Het boekje Departement Tijdelijke Ordening geeft een mooi overzicht van die projecten en een duidelijk beeld van een heldere strategie om leegstand om te zetten in stedelijke vernieuwing, en is een goed voorbeeld voor andere steden.

Transitieteam, Departement Tijdelijke Ordening, € 5,– (bestellen via www.facebook.com/DepartementTijdelijkeOrdening)

Praktisch dromen

Er wordt veel gesproken over het tijdelijk gebruik van plekken in de stad, vaak om een stad efficiënter te gebruiken en ondernemerschap te stimuleren. Maar al in de introductie van het boek Urban Catalyst wordt duidelijk dat stadsbestuurders geen dollartekens in de ogen moeten krijgen en denken dat het tijdelijk gebruik van stedelijke ruimtes een lekkere oppepper is voor de creatieve economie. ‘Tijdelijk gebruik onderbrengen onder de noemer “creatieve economie” betekent ook dat alleen de ondernemende tijdelijke gebruikers erkend en ondersteund worden. Maar efficiency is niet het doel van alle tijdelijke gebruikers.” Het geeft maar aan dat de auteurs best willen dromen over de nieuwe trend van tijdelijk gebruik, maar vooral aangenaam praktisch blijven.

Blauwe Kamer 1 2013

Urban Catalyst

Een internationale club architecten en stedenbouwkundigen verenigde zich in 1990 al onder de noemer Urban Catalyst om het tijdelijk ruimtegebruik in steden te onderzoeken. Toen was er nog nauwelijks aandacht voor dit, tegenwoordig best modieuze, fenomeen. Het boek Urban Catalyst is een weerslag van twee decennia studie, waarin het collectief enkele misvattingen wil weerleggen maar vooral een analyse presenteert van de ‘patronen van het ongeplande’ en de ‘potenties van het informele’, wat eigenlijk al aangeeft dat het voor de toekomstplannen van stadsbestuurders weinig planvorming te bieden heeft. De auteurs beschrijven een tiental ongeplande vormen van tijdelijk ruimtegebruik, zoals de reizende dansclub Club WMF in Berlijn, het tijdelijke museum Stedelijk CS in Amsterdam en de wekenlang durende bezetting van het Onafhankelijkheidsplein in Kiev die leidde tot de Oranjerevolutie in de Oekraïne.

Toch is er voor de goedwillende stadsbestuurder voldoende te beleven in Urban Catalyst, want meer dan een derde van het boek is gevuld met strategieën voor actie. Hoewel de hoofdstukken daarover nogal vage managementtitels dragen – Enable, Initiate, Claim, Coach, Formalize, Exploit – die samen een plan van aanpak vormen, duiken de auteurs ook daar de praktijk in. Onder de kop Initiate staat bijvoorbeeld hoe bewoners in Hamburg uiteindelijk Park Fiction wisten mogelijk te maken. Exploit beschrijft hoe in Amsterdam de oude NDSM-werf tot cultuurplek werd omgetoverd, en hoe guerrillastores vanaf 2004 de binnenstedelijke leegstand benutten en exploiteren. Die praktische insteek maakt Urban Catalyst tot een rijk boek, dat alle stedenbouwkundigen als uitgangspunt voor tijdelijk gebruik kunnen oppakken. En stadsbestuurders natuurlijk ook.

Philipp Oswalt, Klaus Overmeyer, Philipp Misselwitz, Urban Catalyst – The Power of Temporary Use, DOM Publishers, ISBN 9783869222615, € 38,– 

Klimaat en de stad

Klimaat in de stad – Tussentijdse rapportage van het
dialoogproject Klimaat in de stad. Wageningen, Alterra, 2010.

Met Vincent Kuypers van Alterra schreef ik teksten over de klimaatadaptatie van de stad, waarbij in burgerparticipatie een belangrijke rol speelt.

Beschreven projecten:

Dordrecht: Wielwijk, sterk en weerbaar
Utrecht: Structuurvisie Rijnenburg
Amsterdam: Samenwerken aan een klimaatvriendelijke stad
Rotterdam: Rotterdam Climate Initiative
Haarlemmermeer: Bouwen met water
Stadsregio Arnhem Nijmegen: Future Cities