Schuivende politieke panelen

‘Dit project illustreert de paradox van gebiedsontwikkeling en de noodzaak van nationaal beleid: aan bottom-up initiatief mankeert de juiste schaal; ontwerpen op grotere schaal en langere termijn ontberen politiek draagvlak. In onze gedecentraliseerde ruimtelijke ordening was voorheen nationale financiering het smeermiddel om tot regionaal draagvlak te komen. Maar die tijd is voorbij.’

Blauwe Kamer 3 2013

Deze conclusie over het wel en wee van een ontwerpstudie naar de Rijn-Maasdelta is typerend voor Nederland projectenland. In dat boek worden ontwerpstudies beschreven van zeven ‘nationale projecten’: Rotterdam-Zuid, Olympische steden, Making Almere, Rijn-Maasdelta, Stadscentrum Zuidas, het Metropolitane Landschap en Knooppunten. In al die projecten spelen de politieke panelen die de afgelopen jaren zijn gaan schuiven tegen de achtergrond van de economische en misschien ook wel politieke en culturele crisis.

Mensen die een deja vu denken te ervaren, hebben gelijk. De zeven projecten werden vorig jaar tijdens de vijfde Architectuurbiënnale tentoongesteld. Maar het boek laat meer dan de expositie zien hoe het snel veranderende politieke speelveld zijn weerslag heeft op plannenmakerij en ontwerpstudies. Want ontwerpend onderzoek in een politieke context, en dat is wat de zeven projecten kenmerkt, lijkt wel op stroomopwaarts roeien op een rivier die telkens zijn loop verandert. De grote vraag is of er ook daadwerkelijk een opdrachtgever zal komen. En dan stel je al snel vraagtekens bij het vele werk dat wordt verricht. Nog een conclusie, naar aanleiding van Making Almere: ‘Weliswaar wordt het project inhoudelijk verrijkt, wanneer niet gevolgd door daadwerkelijke actie, loopt het het risico een theoretische oefening te blijven.’ Het is een onzekere wereld voor ontwerpers.

Nederland projectenland. Uitgeverij 010, ISBN 9789064507885, € 24,50