Landschapsarchitect is duizendpoot

Wat een opvallend mooi boek heeft Johan Vlug gekregen voor zijn afscheid als docent Ontwerpen aan Hogeschool Van Hall Larenstein. De noodzaak van ontwerpen maakt zijn ondertitel ‘Veldverkenningen van de Nederlandse landschapsarchitectuur’ volledig waar. In vogelvlucht gaat het langs thema’s als ondernemerschap, tekentechnieken, communicatie, onderwijs en onderzoek, opdrachtgeverschap en internationalisering. Diverse auteurs – waaronder veel oud-studenten van Vlug – geven daarin een mooi overzicht van de praktijk van de Nederlandse landschapsarchitectuur, maar ook van de rol die een hogeschool daarin kan spelen.

Blauwe Kamer, juni 2013

Opvallend is de belangrijke plek die het ondernemerschap van de landschapsarchitect inneemt in het boek. De economische crisis jaagt dat zeker aan. Een aantal bureaus vertelt hoe ze tegen de economische stroom in roeien, en toch succes hebben. Atelier Aksis laat zien hoe je met kwaliteit en reële offertes als klein bureau toch werk binnenkrijgt dat opdrachtgevers eerst aan grotere concurrenten gunden. Het Happyland Collective laat zien dat je proactief naar opdrachten kunt dingen via flexibele samenwerkingsverbanden en door zelf maatschappelijke thema’s op de agenda te zetten.

Het ontwerp blijft centraal staan in het werk van de landschapsarchitect, concluderen Vlug en zijn medeauteurs. Tegelijkertijd zijn de eisen die tegenwoordig gesteld worden aan landschapsarchitecten net zo weinig reëel als de lage offertes die sommige bureaus onder druk van de crisis durven te verzenden. Aan het eind sommen Vlug en Rob Aben op wat een landschapsarchitect allemaal moet zijn: vakman, placemaker, supervisor, veelzijdig, regisseur, vermarkter, pragmaticus, wereldverbeteraar. ‘Het is nogal wat: al die competenties zijn nauwelijks te verenigen in één persoon, wellicht in een team of in een netwerk van landschapsarchitecten.’

De noodzaak van ontwerpen – Veldverkenningen van de Nederlandse landschapsarchitectuur, Hogeschool Van Hall Larenstein, 39,50 euro

Door en door Brits

Gordon Haynes presenteert zijn Landscape and Garden Design als een boek met ontwerptechnische lessen uit de geschiedenis, maar evengoed zou je het kunnen beschouwen als een reisgids langs de historie van de Engelse tuin- en landschapsarchitectuur. Want lezers zullen vergeefs zoeken naar voorbeelden van buiten Engeland, of preciezer Groot-Brittannië. Haynes springt door de geschiedenis vanaf de eerste experimenten uit de renaissance tot de kunsttuinen uit de jaren zeventig. Bij elke periode noemt hij de belangrijkste ontwerpers, de belangrijkste tuinen en parken en de belangrijkste stijlkenmerken.

Blauwe Kamer 2 2013

Haynes heeft een prachtig boekje gemaakt dat uitstekend geschikt is voor een rondreis langs de rijke historie van de Britse tuin- en landschapsarchitectuur, inclusief een complete opsomming van het onvertaalbare ‘Essentials of a Grand Tour’. Het boek is natuurlijk ook geschikt als lesmateriaal over diezelfde historie, met een uitgebreide bibliografie voor verdere studie. Voor de lessen hamert Haynes vooral op het behoud en de restauratie van de Britse traditie. Evenzogoed een prettig boek, door en door Brits.

Gordon Haynes, Landscape and Garden Design – Lessons from History. Whittles Publishing, ISBN 9781849950824, € 54,50