Bestemmingsplan wordt omgevingsplan
Het is een van de meest ingrijpende wettelijke hervormingen na de Tweede Wereldoorlog, maar aan de meeste mensen gaat de bundeling van tientallen wetten met ruimtelijke impact in de nieuwe Omgevingswet geruisloos en ongemerkt voorbij. De Wet ruimtelijke ordening, de Waterwet, de Natuurbeschermingswet 1998, de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming en de Wet geluidhinder worden allemaal gebundeld in de nieuwe wet. Hoewel de Omgevingswet naar verwachting pas in 2016 of 2017 in werking treedt, heeft jurist Jan van den Broek nu al een voorpublicatie gemaakt, inclusief de geschiedenis van het ontstaan van de wet.
Landwerk 5 2013
De aanleiding voor de Omgevingswet is de complexiteit van het huidige omgevingsrecht. ‘Een belangrijke oorzaak is de sectorale opbouw, waardoor initiatiefnemers in veel gevallen met verschillende wetten en procedures te maken hebben’, schrijft Van den Broek in zijn inleiding. In de nieuwe wet staan minder ‘rechtsfiguren’ en die zijn ook beter op elkaar afgestemd. Procedures worden gestroomlijnd. De wet bestaat uit zes delen: de fysieke leefomgeving, overheidszorg, activiteiten en projecten, zorgvuldige en transparante besluitvorming, aanvullend instrumentarium en algemene onderwerpen.
Van den Broek beschrijft in zijn inleiding waarom de Omgevingswet nodig is, en geeft daarna in het kort de hoofdlijnen van het voorstel dat op 1 maart als toetsversie is gepubliceerd. Daarna heeft hij maar liefst negentien hoofdstukken nodig om de zes delen van de Omgevingswet uitvoerig uit te leggen. Wellicht de belangrijkste verandering is het verdwijnen van het gemeentelijk bestemmingsplan. Nu komt er per bestuursorgaan één regeling: de gemeente maakt een omgevingsplan, de provincie de omgevingsverordening en het waterschap de waterschapsverordening. Met dit boek kan iedereen zich daar alvast op voorbereiden.
Jan van den Broek, Omgevingswet, Tekst & Toelichting, Berghauser Pont, ISBN 9789491073793, 75,- euro