‘Samen doen zit in ons bloed’

Het is eigenlijk een inventarisatie van wat er allemaal mogelijk is op het platteland, het boek Landschappelijk ondernemen in de Achterhoek. Dat gaat over groenteteelt tussen heggen, zand- en kleiwinning die het landschap versterkt, zorgboerderijen, wandelpaden, wijn en andere streekproducten, agrarisch natuurbeheer, vrijwilligers die meewerken aan landschapsprojecten, een ‘waterverdienlandschap’, stoken op streekhout, de Boerderijschool, regionale archeologie, enzovoorts.

Landwerk, april 2013

Voor mensen die weten wat er in het landelijk gebied speelt, is deze inventarisatie niet verrassend, maar je zou het maar in je eigen regio voor elkaar weten te krijgen. De Achterhoek toont zich in dit boek een voorloper op het gebied van regionale samenwerking. Dat komt volgens de voorzitter van de Plattelandsraad Oude IJsselstreek Wim Beijer omdat Achterhoekers het heel normaal vinden om samen te werken: “Het samen doen zit in ons bloed”.

De vraag die wel opkomt bij het lezen van alle mooie voorbeelden, is wat we er nu mee moeten. Het lijkt immers allemaal wel goed te lopen. Daarmee lijkt Landschappelijk ondernemen in de Achterhoek inderdaad te blijven steken in de inventarisatie van initiatieven van burgers, bedrijven en andere organisaties. Goed voorbeeld voor andere regio’s, zou ik zo denken, maar dan het liefst wel met een aanbeveling van hoe deze initiatieven het best geholpen kunnen worden, en hoe mensen kunnen meedoen natuurlijk.

Anne Oosterbaan en André Kaminski, Landschappelijk ondernemen in de Achterhoek, Roodbont Uitgeverij, ISBN 9789087401351, 19,95 euro